Alles wat leeft is natuur. Wij mensen dus ook. We kunnen niet zonder: zonder darmbacteriën kunnen we geen voedsel verteren en zonder planten geen zuurstof. De rijkdom van de natuur noemen we de biodiversiteit. Hoe hoger de biodiversiteit des te meer die tegen een stootje kan. Oftewel: hoe rijker de biodiversiteit hoe meer stabiliteit in de natuur.
Met onze leefwijze némen we vooral uit- en van de natuur, met bijbehorend ruimtegebruik en vervuiling. Hierdoor is de biodiversiteit sterk teruggelopen.
Die levende natuur is ontstaan – en dus volledig afhankelijk van en aangepast aan – omstandigheden op Aarde. Denk aan de afwisseling van licht en donker, zon en regen, de seizoenen. Kort samengevat: het klimaat. Dat het daar niet goed mee gaat, dat weten we maar al te goed, al voelt dat warmere weer wel lekker, het is onnatuurlijk en dus funest voor de biodiversiteit.
Het is voor ons mensen de eerste keer dat we te maken hebben met de grenzen van natuurlijke rijkdommen en de Aarde. Dat het er aan kwam, wisten we. De Club van Rome kwam (precies) 50 jaar geleden met haar rapport 'Grenzen aan groei'.
De oorzaak is duidelijk: we zijn met veel mensen en per mens gebruiken we heel veel energie en natuurlijke grondstoffen. (zie ook 'Verborgen impact' van Babette Porcelein).
De enige manier om de noodzakelijke veranderingen te bereiken is door gezamenlijk onze welvaarts-samenleving om te zetten in een welzijns-samenleving. Te beginnen waar je bent, dus in eigen huis en gemeente.
De thema's zijn hier verder toegelicht.